Deklination zu äquivalent
- Wortart: ⓘ
- Adjektiv
- Gebrauch: ⓘ
- bildungssprachlich
- Superlativ
- am äquivalentesten
- Maskulinum
- äquivalenter
- äquivalenten
- äquivalentem
- äquivalenten
- Femininum
- äquivalente
- äquivalente
- äquivalenter
- äquivalenter
- Neutrum
- äquivalentes
- äquivalentes
- äquivalentem
- äquivalenten
- Plural
- äquivalente
- äquivalente
- äquivalenten
- äquivalenter
- Maskulinum
- der äquivalente
- den äquivalenten
- dem äquivalenten
- des äquivalenten
- Femininum
- die äquivalente
- die äquivalente
- der äquivalenten
- der äquivalenten
- Neutrum
- das äquivalente
- das äquivalente
- dem äquivalenten
- des äquivalenten
- Plural
- die äquivalenten
- die äquivalenten
- den äquivalenten
- der äquivalenten
- Maskulinum
- kein äquivalenter
- keinen äquivalenten
- keinem äquivalenten
- keines äquivalenten
- Femininum
- keine äquivalente
- keine äquivalente
- keiner äquivalenten
- keiner äquivalenten
- Neutrum
- kein äquivalentes
- kein äquivalentes
- keinem äquivalenten
- keines äquivalenten
- Plural
- keine äquivalenten
- keine äquivalenten
- keinen äquivalenten
- keiner äquivalenten